Carl James vindt het leven niet makkelijk, aangezien hij zichzelf als extreem knap beschouwt en daar zijn ook minder leuke kanten aan.
Met een vijfjarige dochter zou Carl graag haar naar school willen brengen, maar hij zegt dat dit voor hem niet mogelijk is.
Hij legt uit dat op school moeders hem constant aanstaren. “Als ik op het schoolplein sta word ik voortdurend bekeken door moeders met een vochtig slipje.”
“Ik heb besloten dat ik mijn kind niet meer naar school breng. Het kan gewoon niet door mijn knappe uiterlijk. Dat is geen pretje. De meeste mensen hebben hier geen last van omdat ze helaas lelijk zijn.”
”Het zou soms prettig zijn als ik er minder aantrekkelijk uitzag, zodat die behoeftige moeders niet voortdurend naar me staarden. Ik voel me ongemakkelijk.”
”Het is voorgevallen dat een moeder om mijn nummer vroeg, maar daar kan ik niet op ingaan vanwege mijn relatie met mijn vrouw.”
”Door deze situatie kan ik mijn dochter niet meer naar school brengen en overslaan van ouderavonden.”
”Het spijt me voor mijn kind, want zij kan er ook niets aan doen dat ze zo’n aantrekkelijke vader heeft. Overigens ben ik dankbaar voor mijn uiterlijk.”
”Ik ben dankbaar voor hoe ik gerespecteerd word. Natuurlijk draagt mijn gezonde levensstijl ook bij aan mijn populariteit bij vrouwen.”
”De meeste mannen die ik voorheen zag, zijn niet in vorm. Ze kunnen niet tippen aan mijn levensstijl, maar als ik zou willen, zouden hun partners interesse in me tonen.”
Karl kan niet omgaan met de aandacht die hij krijgt van moeders op school, daarom laat hij zijn vrouw nu hun dochter brengen en halen.
Deze keuze brengt rust bij Karl, aangezien zijn vrouw volgens hem minder aantrekkelijk is.
1. Met het oog op zijn uiterlijk, vindt hij het moeilijk om zijn dochter naar school te brengen.
2. Hij beschouwt de meeste mannen als ‘uitgezakte vaders’.
3. Zijn dankbaarheid jegens zijn ouders voor zijn uiterlijk uit hij openlijk.
4. Hij schrijft zijn aantrekkelijkheid toe aan de genen van zijn ouders.
5. Zijn eigenliefde kent geen grenzen… bah