Na het nemen van de beslissing om te stoppen met mijn baan en me volledig te wijden aan het huishouden, leek dat toen de beste keuze.

Stefan, mijn man, verdiende genoeg om ons beiden te onderhouden, en ik wilde meer tijd besteden aan ons huis en de dagelijkse zorg.

Dit leek een ideaal plaatje: ik zou het huishouden doen, koken, terwijl hij buitenshuis zou werken. Maar de transformatie van deze traditionele rolverdeling naar iets wat me meer in een gevangenis deed voelen, had ik niet voorzien.

In het begin liep alles vlot. Ik genoot ervan ons huis netjes te houden en voedzame maaltijden te bereiden. Stefan leek tevreden; hij kwam thuis in een opgeruimd huis en genoot elke avond van een warme maaltijd.

Na een paar maanden begon zijn gedrag te veranderen. Hij informeerde niet meer naar mijn dag en leek al mijn inspanningen als vanzelfsprekend te beschouwen, zonder enige vorm van waardering of erkenning.

Geleidelijk aan begonnen de taken zich op te stapelen. Het begon met eenvoudige verzoeken zoals: “Kun je ook even de auto wassen?” of “Wil je ervoor zorgen dat mijn sportkleren morgen schoon zijn?” Maar al snel begon het meer te voelen alsof ik zijn persoonlijke assistente was geworden.

Op een dag gooide hij zonder een woord te zeggen zijn schoenen in de woonkamer en liep gewoon door. Ik stond daar, verbaasd en gefrustreerd, terwijl hij blijkbaar verwachtte dat ik zijn rommel zou opruimen zonder enige vorm van respect.

Opgesloten voelen begon steeds meer. De gedachte van Stefan was dat mijn tijd niet van belang was omdat ik geen betaalde baan had waar hij me op aanwees.

Zijn behoeften stonden centraal. Bij vermoeidheid of geen kookzin uitte hij irritatie. Vragen als “Wat doe je de hele dag?” benadrukten dat mijn werk in huis niet werd gewaardeerd.

Op een punt besefte ik dat ik verloren was gegaan. De zelfstandige Marije met carrière en dromen was verdwenen. Ik was enkel ‘Stefan’s vrouw’ geworden, en leek vooral er te zijn om hem te plezieren.

Mijn werk, eigen inkomen en vooral mijn gevoel van eigenwaarde miste ik. Het voelde alsof ik was gedegradeerd tot een dienende rol in mijn eigen huis.

Een keerpunt is nabij. Een gesprek met Stefan is nodig om duidelijk te maken dat verandering nodig is. Angst voor onbegrip of geen bereidheid tot verandering belemmert mijn stap.

Zeker is dat leven zonder controle over mijn eigen leven ontoelaatbaar is.

1. Ze gaf haar baan op om meer tijd te besteden aan hun huis… Nu spijt!
2. Een traditionele rolverdeling veranderde in iets dat op een gevangenschap lijkt…
3. Ze voelt zich als zijn persoonlijke bediende…
4. Alles draait om hem en zijn wensen zo laat ze weten.
5. ‘Het was alsof ik mezelf had gereduceerd tot een hulp in mijn eigen huis’